Werken aan een gelijk speelveld rondom PGS 15

Elkaar vinden en kennis en informatie delen over grenzen van de diensten heen. Onze gezamenlijke opgave krijgt onder andere vorm in het project PGS 15. Voorbij de provinciegrenzen ontmoeten Hielke Penninga (teamcoördinator VVL Brzo bij de ODG) en Tristan de Rijk (senior VVL Brzo bij de OMWB) elkaar.

Bij het zien van elkaars Teams-achtergrond wordt meteen duidelijk: beiden liefhebber van natuur én een gedeelde passie voor hun vak. Daarnaast zijn ze allebei lid van de projectgroep die zich bezighoudt met de PGS 15.

Foto: Hielke Penninga (links) en Tristan de Rijk.

Hielke: "De PGS 15 (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 15) is een richtlijn die de maatregelen beschrijft waaraan bedrijven moeten voldoen voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen. Deze maatregelen zijn onder andere gericht op brandveiligheid en het voorkomen van verspreiding in het milieu. De van toepassing zijnde maatregelen nemen wij over in een omgevingsvergunning zodat vergunningplichtige bedrijven weten waar ze aan moeten voldoen."

Tristan: "De PGS 15 is voor veel bedrijven een complexe verzameling van regels en voorschriften. Grote industriële bedrijven hebben vaak een adviseur op gebied van veiligheid die ervoor zorgt dat het bedrijf aan de veiligheidsvoorschriften voldoet. Kleinere bedrijven hebben vaak minder capaciteit om doorlopend op de hoogte te blijven van de milieu- en veiligheidsregels. Als omgevingsdienst ondersteunen we bedrijven daarbij, waarbij we wel zoveel mogelijk in de rol van toetsend orgaan moeten blijven. Een omgevingsdienst is immers geen adviesbureau."

Net als alle PGS-richtlijnen, biedt PGS 15 een bedrijf de mogelijkheid om gelijkwaardige maatregelen te nemen. Je kan er gemotiveerd van afwijken. Het bedrijf moet dan wel kunnen aantonen dat de alternatieve maatregel gelijkwaardig is. Deze alternatieve maatregel wordt vervolgens door de omgevingsdienst getoetst op gelijkwaardigheid en vervolgens, na instemming, vastgelegd in de omgevingsvergunning.
 

Verschillende diensten, dezelfde vraagstukken

Tristan: "We hebben als omgevingsdiensten met ontzettend veel bedrijven, wetten en richtlijnen te maken. Dit betekent dat we vaak dezelfde vraagstukken hebben rondom de vergunningverlening voor PGS 15-opslagen en gelijkwaardigheid. Hoewel het vaak maatwerk betreft is het belangrijk om daarin als omgevingsdiensten zoveel mogelijk uniform te zijn en tegelijkertijd aansluiting te hebben met onze ketenpartners."

"Tijdens een bijeenkomst in 2017 met vertegenwoordigers van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant, LECBrandweerBRZO, diverse omgevingsdiensten en de Inspectie Leefmilieu en Transport (ILT), constateerden we dat er onderling verschillen waren in de vergunningverlening en hoe we de PGS 15 toepasten. Dit is de aanleiding geweest om het project PGS 15 te starten. De projectgroep bestaat uit een afvaardiging van iedere Brzo-omgevingsdienst en een vertegenwoordiger namens de landsdelen Veiligheidsregio’s. Het doel van het project is om de PGS 15 op een eenduidige manier toe te passen in Nederland en al geaccepteerde gelijkwaardige maatregelen met elkaar te delen."

Hielke vult aan: "Hoewel ons werk altijd maatwerk blijft, kan je wel onderdelen van je bevindingen met elkaar bespreken en mogelijk toepassen in nieuwe situaties. Van de zes Brzo-omgevingsdiensten zijn er vaak wel minimaal drie waarbij een soortgelijke situatie is voorgekomen. We kunnen zo heel goed zien hoe we als verschillende diensten omgaan met de PGS 15 en wanneer we hiervan afwijken. En als we dan afwijken, welke voorzieningen treffen we dan om alsnog aan de voorschriften te voldoen?

Zo hadden we onlangs een situatie waarbij in het verleden een vergunning is verleend aan een bedrijf. Bij een op brandveiligheid gerichte inspectie bleek dat bepaalde zaken volgens de huidige PGS 15 niet op orde waren. Het bedrijf werd vanuit toezicht gedwongen om die zaken aan te passen. Bedrijven kunnen er, bij het overgaan op nieuwe richtlijnen zoals de PGS 15, door controles achter komen dat ze niet volledig kunnen voldoen aan de (vernieuwde) eisen die de PGS 15 van hen vraagt. In een samenspel met de veiligheidsregio, adviseur externe veiligheid, toezichthouder en vergunningverlener kijken we naar hoe we het bedrijf kunnen laten voldoen aan wat wél kan. We kwamen in dit geval in de bijzondere situatie dat we in een gedoogbeslissing gingen vastleggen wat het bedrijf moest realiseren om te voldoen. Daarna werd in de omgevingsvergunning vastgelegd dat dit de manier is om te voldoen aan de eisen omtrent veiligheid en waar werd afgeweken van de PGS 15 en gezorgd voor gelijkwaardige maatregelen."

Kennis borgen met online database

Tristan: "Door dit soort casussen en ook andere onderwerpen landelijk te bespreken, kun je ontzettend veel van elkaar leren. Het is complexe materie, maar we merken dat we door alle expertise in deze groep sneller en efficiënter zaken kunnen oppakken."

Hielke vervolgt: "Vervolgens rees de vraag: wat doen we met al deze kennis en hoe zorgen we ervoor dat we dit inzichtelijk hebben voor elkaar, de andere omgevingsdiensten en onze ketenpartners? Dit doen we door al onze bevindingen en oplossingen te bundelen in een overzicht. Hiermee hebben we inmiddels een goede basis gelegd voor een online database. Met die database kan iedereen werkzaam bij een omgevingsdienst of onderdeel van Brzo+, de gedeelde kennis raadplegen. Allemaal vanuit zijn of haar rol en bevoegdheden."

Tristan: "De database zit nu in de ontwerpfase. Dit betekent dat op dit moment wordt gewerkt aan het omzetten van alle data naar een gebruiksvriendelijke webapplicatie. Ook wordt er een formulier aan toegevoegd waarmee je heel eenvoudig een nieuwe case kan inbrengen. Zodra de webapplicatie gereed is, wordt deze gepresenteerd aan het MO en DO. We streven naar publicatie in het tweede kwartaal."

Hielke: 'In de tussentijd buigt de projectgroep zich nog over het beheer van de webapplicatie en hoe we alle omgevingsdiensten en onze ketenpartners de komende tijd hierover gaan informeren. Samen moeten we er immers voor zorgen dat we deze actueel houden. Door onze kennis en ervaring te bundelen kunnen we écht werken als één dienst en zorgen voor uniformiteit in onze aanpak.