Spring naar inhoud

Windmolen­overlast melden

De Omgevingsdienst Groningen houdt toezicht op het geluidsniveau van windmolens. Wanneer je hinder ervaart van windmolens in jouw woonomgeving, kun je dit melden via de Milieuklachtenlijn. Deze is 7 dagen per week, 24 uur per dag bereikbaar. Inwoners van de gemeenten Eemsdelta, Het Hogeland, Westerkwartier, Midden-Groningen en Pekela kunnen geurhinder van bedrijven ook online melden via de Hinderapp.

Algemene regels windmolens

Windmolens op land zorgen voor duurzame energie, maar kunnen ook overlast geven. Bijvoorbeeld door het geluid van de draaiende wieken en de schaduw die ze maken. Om deze overlast te verminderen, zijn er regels in de Omgevingswet die helpen om geluidsoverlast en schaduw zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Geluidsoverlast
Geluid van windmolens wordt gemeten in decibellen (dB). De maximale hoeveelheid geluid is bepaald op basis van een jaargemiddelde. Omdat het om een jaargemiddelde gaat, meet de Omgevingsdienst Groningen (ODG) niet tussendoor, maar kijkt aan het eind van het jaar of de windmolen te veel geluid heeft gemaakt. Klachten over geluid worden het hele jaar door bijgehouden. Met de klachten die wij ontvangen, bepalen we of extra onderzoek in bepaalde situaties nodig is.

Slagschaduw
Wanneer de zon op de windmolen schijnt, kan er een bewegende schaduw ontstaan. Dit heet slagschaduw en kan vervelend zijn, vooral als de windmolen dicht bij een huis staat. Daarom mag slagschaduw maar 17 dagen per jaar en maximaal 20 minuten per dag zijn. De windmolens waarvoor dit geldt, hebben een systeem dat ze uitschakelt als er te veel schaduw is.

Veelgestelde vragen over windmolens

Je kunt je melding doorgeven aan de Milieuklachtenlijn via 050 318 0000 of de Hinderapp.

We registreren je melding en laten je per brief weten wat we ermee hebben gedaan. Klachten over geluid worden het hele jaar door bijgehouden en gebruikt om te bepalen of extra onderzoek nodig is.

We registreren je melding en laten je per brief weten wat we ermee hebben gedaan. Bij meldingen over slagschaduw wordt gecontroleerd of de windmolen voldoet aan de wettelijke beperkingen en indien nodig wordt de molen tijdelijk stilgezet.

De ODG behandelt geen meldingen over verlichting van windmolens. Voor vliegveiligheid zijn de turbines voorzien van 'obstakelverlichting', bepaald door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Meer informatie vind je op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Als een windmolen aan de wettelijke eisen voldoet, kan de ODG weinig doen qua handhaving. We registreren echter alle meldingen om afwijkingen aan de windmolens te signaleren.

De Omgevingswet bevat regels en instrumenten om de overlast van windmolens te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Geluid wordt over een jaar gemeten en mag gemiddeld niet hoger zijn dan 47 decibel overdag en 41 decibel 's nachts. Daarom is tussentijds optreden niet mogelijk. Op basis van klachten kunnen we wel extra onderzoek doen.

De geluidsnorm is gericht op het voorkomen van hinder in huis met gesloten ramen. Overlast bij open ramen of in de tuin valt buiten deze norm. De wet staat een bepaalde mate van overlast toe.

Bij weinig wind draaien de molens langzaam en is er weinig geluidsoverlast. Bij sterke wind overstemt het geluid van de wind het geluid van de molens. De meeste overlast ontstaat bij een windkracht van 8 tot 10 m/s (windkracht 5). Ook kan er overlast zijn als er veel wind is op ashoogte en weinig wind op leefhoogte.

De geluidsnorm is 47 decibel overdag en 41 decibel 's nachts, berekend als een jaargemiddelde van de geluidsniveaus gedurende het hele jaar.

Voorafgaand aan de bouw van een windmolen wordt een slagschaduwonderzoek uitgevoerd. Dit bepaalt wanneer molens stil moeten staan. Elke windmolen heeft een zonnemeter die de molen door laat draaien bij bewolking, ondanks de stilstandkalender.

Windmolens mogen volgens de wet gemiddeld maximaal 17 dagen per jaar meer dan 20 minuten per dag slagschaduw veroorzaken op gevoelige objecten, zoals woningen. Buiten deze dagen mag de schaduw maximaal 20 minuten per dag zijn, binnen een afstand van twaalf keer de rotordiameter van de windmolen. Buiten deze afstand is de schaduw meestal te licht om hinder te veroorzaken.